Thomas Kunst

Onderkruipsels

Onderzoekers van de Radboud Universiteit in Nijmegen hebben ontdekt dat het aantal insecten drastisch afgenomen is. Mogelijke oorzaak is klimaatverandering. Wil je hier meer over lezen kijk dan hier.

Om onszelf bewuster te maken van de belangrijke rol van insecten in ecosystemen, gaan jullie reuzeninsecten maken van minstens 1 meter in lengte. Wanneer een bepaald object (in dit geval het insect) groter is dan in de werkelijk, doet dat veel met hoe je ze waarneemt. Kijk maar naar de kunstenaars hieronder. Veel insecten kunnen vliegen, het is belangrijk dat jullie insect ook op verschillende manieren kan bewegen. Deze verschillende bewegingen kun je gebruiken in de stop motion film (opdracht is optioneel).

Kunstenaars

Hieronder zie je de strandbeesten van Theo Jansen (hier vind je ook een filmpje) en kunstwerken van Florentijn Hofman. In het Rijksmuseum hebben ze een tentoonstelling over onderkruipsels. Informatie over het Rijksmuseum vind je hier.
Stacks Image 497
Stacks Image 501
Stacks Image 499
Stacks Image 507
Stacks Image 511
Stacks Image 509

De opdracht

Maak een eigen fantasie insect van 1 meter lang in groepjes van 3 of 4 mensen. Maak daar uiteindelijk een stop motion filmpje van, waarin het insect beweegt en met een verhaallijn. De eindopdracht bestaat dus uit 2 delen: het insect en de stop motion film van het insect.

Belangrijke begrippen

  • Driedimensionaal
  • Compositie
  • Ruimte
  • Vorm
  • Structuur

Wat moet je doen?

1. Vooronderzoek (individueel)
Maak een collage van afbeeldingen/ tekeningen van insecten op 1 bladzijde in je schetsboek Onderzoek de anatomie van insecten. Wat zijn hun kenmerken? Hoe ziet de huid van een insect eruit? Is die harig of hard? Etc. Zorg dat je bladzijde er verzorgd uitziet.

2. Schetsen (individueel)
Maak 3 verschillende ontwerpschetsen van je fantasie insecten in je schetsboek. Per insect gebruik je 1 bladzijde (3 in totaal). Probeer je ontwerpen te verduidelijken door middel van afbeeldingen, close-up tekeningen, tekst etc.

3. Ruimtelijke schets (individueel)
Kies 1 ontwerpschets uit waarvan je een 3D model in karton gaat maken. Denk na over de manier waarop je het materiaal gebruikt, denk aan de verschillende technieken om je werk 3D te maken, zoals bijvoorbeeld oprollen, in elkaar schuiven, vouwen, etc. Je mag van verschillende soorten karton gebruikmaken. Je model mag niet groter worden dan 30x30x30 cm. Maak hem in ieder geval niet te klein! Probeer na te denken over hoe je de verschillende onderdelen kan laten bewegen.

4. Eindschets (groepsopdracht)
Maak een eindschets met je groepje.

5. Eindopdracht 1 - het 3D insect (groepsopdracht)
  1. 1 kenmerk van het model onderkruipsel van ieder groepslid
  2. Karton
  3. 10 scharnier punten, want je onderkruipsel moet kunnen bewegen
  4. Minimaal 1 meter lang
  5. 1 kleur

6. Eindopdracht 2 (optioneel) - een stop motion film (groepsopdracht)
Bedenk een korte verhaallijn voor je filmpje. In dit verhaal maakt je onderkruipsel ten minste 3 verschillende bewegingen. En de duurt van het filmpje is 1 tot 2 minuten.

7. Reflecteren
Maak een verslag.

Wat moet je inleveren?

  • Schetsboek met 1 bladzijde inspiratie
  • 3 ontwerpschetsen verdeeld over 3 bladzijden (individueel)
  • Een model van het fantasie insect (individueel)
  • Eindschets (groepsopdracht)
  • Het 3D insect (groepsopdracht)
  • De stopmotion film (groepsopdracht)
  • Een verslag

Waar wordt je op beoordeeld?

  • Je schetsboek is compleet en je hebt originele ideeën bedacht.
  • Duidelijk herkenbaar welke onderdelen van ieders model zijn gebruikt
  • De samenwerking binnen het groepje
  • Het eindwerk is netjes afgewerkt en er is gelet op details

Inspiratie

Stacks Image 1781
Stacks Image 1787
Stacks Image 1785
Stacks Image 1783