Het fictieve eiland

Charles Avery (1973, Oban, Schotland) is een soort ontdekkingsreiziger. Al tien jaar werkt hij aan zijn project ‘The Islanders’, waarin hij met behulp van tekeningen, teksten, video, objecten en installaties een fictief eiland in kaart brengt.

Onomatopoeia is de hoofdstad van een diep uitgedachte fantasiewereld die de Charles op allerlei manieren vormgeeft.

Allerlei zaken houden de inwoners van de stad bezig. Ze discussiëren o.a. over het bestaan van het mythische wezen ‘Noumenon’. Ondanks de inspanningen van jagers en avonturiers heeft niemand het beest ooit gezien…
Charles exposeert tekeningen van personages, objecten en scènes die inzicht geven in de cultuur, de economie en de overtuigingen van de bewoners.

De opdracht

This is the default HTML.
You can replace it with your own.
Include your own code without the HTML, Head, or Body tags.

Bedenk een fictief eiland en geef het op een daarbij passende manier vorm.

Wat moet je doen?

1. Oriëntatie
Overleg in je groepje:

Wat is er nodig voor een ideale samenleving?
Wat zou ervoor kunnen zorgen dat het ideaal omslaat in een minder prettige samenleving?
Kan een samenleving ooit perfect zijn?

2. Oriëntatie
Overleg in je groepje:
Wordt het een utopie of een dystopie?

3. Ideevorming inhoud
Beschrijf jouw eiland in een verhaal Je gaat jouw eiland (kan dus utopie of dystopie zijn) beschrijven in een (kort) verhaal. Geef eerst antwoord op deze vragen:

Waar bevindt het eiland zich?
Welk klimaat heeft het? (bespreek temperatuur maar ook bijv. plant en diersoorten)
Uit wie (of wat!) bestaat de samenleving?
Hoe groot is de samenleving?
Hoe zijn de machtsverhoudingen verdeeld in de samenleving? (wie heeft het voor het zeggen?)
Hoe zelfvoorzienend is het eiland? (ideaal is dat het eiland voor zichzelf kan zorgen zonder hulp van de buitenwereld)
Hoe ziet de infrastructuur eruit? (hoe verplaatsen de inwoners zich over het eiland?)
Waar en hoe wonen de inwoners?
Hoe communiceren de inwoners? (of is dit juist niet mogelijk?)
Welke rol speelt religie?

Huiswerk:
In het verhaal(tje) beschrijf je iets dat gebeurt op het eiland. Dit kan zijn het dagelijks leven maar ook een bepaalde kleine of juist grote gebeurtenis (een opstand, een oorlog, een ontmoeting, een wandeling, een diner… etc)

4. Ideevorming voorstelling
Welke elementen uit het verhaal wil je laten zien?

5. Schetsen
Hoe ga je de elementen uit je verhaal vormgeven? Wil je een totaalbeeld geven of inzoomen op details?
Je kunt ook een bepaald moment/gebeurtenis uit je verhaal in beeld brengen (bijv. een gezellig diner of juist een ruzie)
1. Welke sfeer wil je benadrukken? (licht en prettig of juist duister?)
2. Welke kleuren en vormen passen daarbij?
3. Moet alles heel licht of juist heel duister, donker en somber overkomen?
4. Maak hier allerlei schetsen/materiaalproefjes bij!

6. Vormgeving; techniek en materiaal
Bekijk je schetsen en proefjes: Welke techniek/materiaal wil je gebruiken om de eindversie van je eiland te verbeelden?

Bijvoorbeeld:
Animatie (in duo’s)
Grote tekening met houtskool
Groot schilderij
Meerdere kleine tekeningen
Een stripverhaal
…Ander idee? Overleg met de docent!

7. Eindwerk
Werk jouw plannen uit tot een eindwerk.

8. Reflecteren
Maak een verslag volgens de richtlijnen.

Wat moet je inleveren?

De ideevorming (stap 1 en 2)
De oriëntatie (stap 3 en 4)
De schetsen (stap 5)
Het eindwerk (stap 7)
Het verslag (stap 8)

Waar wordt je op beoordeeld?

Is er een eigen (origineel) idee ontstaan door de vragen over het verhaal te beantwoorden?
Zijn er voldoende zinvolle schetsen en materiaalproefjes gemaakt om tot het beste plan te komen?
Wordt er een utopie en/of dystopie in beeld gebracht op een daarbij passende manier?
Worden idee/verhaal/betekenis zichtbaar gemaakt in de voorstelling?
Past de vormgeving daar goed bij? (keuze voor vorm, kleur en licht)
Passen techniek en materiaal daar goed bij? (keuze voor formaat, techniek, materiaal) En is de gekozen techniek juist en met aandacht uitgevoerd?
+ bonuspunten voor originaliteit en samenwerking